Circulair Buiksloterham - Amsterdam
Het ontwerpend onderzoek geeft een gedegen uitwerking van het ruimtelijk perspectief in dit post-industriële stuk Amsterdam.
De stad heeft toekomst. Er zijn voldoende aanleidingen om die stad anders te gaan ontwikkelen en beheren. Het perspectief van de circulaire economie is aansprekend, maar behoorlijk abstract en voor vele interpretaties vatbaar. Wat is de circulaire stad? Deze studie geeft een gedegen uitwerking.
Er bestaan verschillende ideeën over wat de circulaire stad is. In het visie- en ambitiedocument voor Circulair Buiksloterham zijn zes indicatoren geformuleerd voor de circulaire stad. Met circulariteit wordt in eerste instantie het efficiënt managen van grondstoffen. Dit in contrast met het lineaire denken dat veel processen kenmerkt. Omdat in een stad veel meer gebeurt dan alleen het uitwisselen van stofstromen – er leven immers honderdduizenden mensen en een veelvoud aan dieren in de stad – moet breder worden gekeken. Naast materiaal- en energiestromen gaat het ook om zaken als biodiversiteit (overigens ook van belang voor een groot aantal ecosysteemdiensten), en een prettige en gezonde samenleving.
Een instrumentarium voor de Circulaire Postindustriële Stad
Om tot een circulaire stad te komen, moeten niet alleen de eindjes van het metabolisme aan elkaar geknoopt worden. Het is belangrijk een omgeving te creéren waarin circulariteit kan groeien. Drie onderzochte thema’s vormen samen het instrumentarium om tot deze circulaire groei.
Omarm de ‘Nieuwe Genius Loci’, ontstaan door de industrialisatie;
Een compleet nieuwe geomorfologie, waarbij abiotische en antropocene elementen één geheel zijn gaan vormen. Ook het postindustriële gebied is geen tabula rasa.
Programmeer de stad zodat circulariteit kan ontstaan;
De kennis over circulariteit verandert steeds. Daarom is zowel ruimte nodig voor experiment en ontdekking van nieuwe toepassingen als voor het uitrollen van bewezen toepassingen.
Werk aan lokale uitwisselingen van circulaire bouwstenen
Naast een centraal georganiseerd metabolisme continu blijven zoeken naar mogelijkheden voor uitwisseling. De drie onderzochte thema’s vormen samen het instrumentarium om tot de circulaire postindustriële stad te komen. Ieder thema vormt een eigen ruimtelijke laag: De grote structuren komen uit de nieuwe Genius Loci. De bouwvlakken worden geprogrammeerd op een zodanige manier dat circulariteit uit zichzelf een plek krijgt in de stad. Op een flink aantal punten is het metabolisme van de stad zichtbaar in de vorm van de toepassing van circulaire technieken. De ruimtelijke potenties voor een circulair Buiksloterham worden hieronder weergegeven. In deze plaat zijn de meest kansrijke ontwikkelingsrichtingen voor een circulair Buiksloterham zichtbaar gemaakt. Het schema is een hypothese van de mogelijkheden die de circulaire stad heeft. We zien hier dat het niet ontbreekt aan (ontwerp-) ideeën voor de circulaire stad, maar dat de ontwikkeling kan stuiten op lokale omstandigheden en kan blijven hangen in ambities en regels. Daarom zoeken we niet alleen naar de uitdaging voor ontwerpers, maar ook naar het krachtenveld dat een circulaire stad kan doen ontstaan.
Het gebied is geen blanco pagina, maar een gebied met een specifieke, door de industriele ontwikkelingen bepaalde, set van eigenschappen. Bij een circulaire ontwikkeling hoort – uiteraard – dat niet alle sporen hiervan worden uitgewist, maar zo slim mogelijk worden hergebruikt. De lagenbenadering, een van de basisprincipes uit de landschapsarchitectuur, krijgt met een nieuwe genius loci, een nieuwe invulling. Wanneer we naar Buiksloterham kijken, bestaan de drie lagen a-biotisch, biotisch en antropogeen, niet meer als losse entiteiten met een sterke onderlinge relatie. Het geheel is antropogeen. De fysieke structuur bestaat uit het industriële ontsluitingsgrid, eventuele groenstructuren en bebouwing met een grote toekomstwaarde of bijzondere historische waarde. De typische stedenbouwkundige structuur die het gevolg is van een optimale inrichting voor industrie. Als een complex weefsel bevindt zich een grote hoeveelheid ondergrondse infrastructuur onder de grond. Samen met andere ‘verassingen’ zoals zware fundamenten die achter zijn gebleven, is dit bepalend voor toekomstige ingrepen. De onzichtbare laag van bodemvervuiling, grondwaterstromen en veiligheidscontouren waar het gebied nog vele jaren in vast zal zitten. De abiotische ondergrond: vergraven en bedekt met een nieuwe laag. Door mensen gemaakt: havens en opgespoten bagger en klei, geëgaliseerd en opgehoogd tot werkbare oppervlakten.
Tijdens de eerste studie naar Circulair Buiksloterham, die de basis was van het door twintig partijen getekende manifest om tot circulaire ontwikkeling van de wijk te komen, gingen ruimtelijke ontwikkelingen erg traag. De bouwcrisis heeft Amsterdam de kans gegeven nieuwe vormen van stedenbouw te ontwikkelen die uiteindelijk leiden tot een meer gemixte, circulaire en door de mensen gedragen stedelijkheid.
Nu wordt er weer volop gebouwd. Gelukkig heeft Buiksloterham de ruimte gehad om de nieuwe of hernieuwde vormen van stedelijke ontwikkeling een plek te geven. Hiermee worden de circulaire ambities in de brede zin van het woord waargemaakt op een aantal schaalniveaus. Bovendien wordt er doorgewerkt aan de kennisopbouw rond dit thema. Voor een aantal deelprojecten worden circulaire ambities geformuleerd en meer partijen sluiten zich aan bij het manifest. Zo wordt voor de Kop Grasweg momenteel een circulair afwegingskader geformuleerd door Studioninedots en DELVA Landscape Architecture / Urbanism.
*Gemeente en ontwikkelaars zijn nu aan zet. Buiksloterham is nog geen ‘geslaagde experiment’, en het is nog te vroeg om achterover te leunen en te genieten van het feit dat de bouwcrisis voorbij lijkt. De volgende stap is nu de geleerde lessen toe te passen en uit te rollen over andere postindustriële gebieden in Amsterdam en Nederland.
- Locatie
- Amsterdam
- Status
- Onderzoek
- Opdrachtgever
- Gemeente Amsterdam
- Samen met
- Metabolic, Studioninedots
- Team
- Steven Delva